|
||||||||
Ik heb in mijn verleden als recensent voor ‘Rootstime’ al drie van de vier albums van de Amerikaanse singer-songwriter Aaron Lee Tasjan onder de loep mogen nemen. Als ik die recensies nu eens terug ga lezen, dan bemerk ik één constante, namelijk dat ik als zijn platen een zeer hoog waarderingscijfer heb gegeven. Of dat nu ook zal kunnen voor zijn begin februari op de markt gebrachte vijfde plaat “Tasjan! Tasjan! Tasjan!” zult u straks te weten komen als u aan het einde van deze recensie over dat album bent toegekomen. Hij begon in 2008 als muzikant met de release van zijn debuutalbum “Hard Love And Free Luck”. Daarna volgden een viertal EP-tjes tot in 2015 zijn tweede album “In The Blazes” op de markt verscheen. Amper één jaartje later was er album nummer drie “Silver Tears” (onze favoriete cd) en in 2018 bracht hij het album “Karma For Cheap” uit dat in 2019 nog eens opnieuw in een “Reincarnated”-uitgave werd gereleased. Deze in 2013 vanuit zijn geboortestaat Ohio via Brooklyn, New York naar Nashville, Tennessee verhuisde 34-jarige singer-songwriter, gitarist en producer van vlot in het gehoor liggende indie folk- en rockliedjes heeft voor dit nieuwe album elf nieuwe composities opgenomen met de hulp van een tiental New Yorkse instrumentalisten. Nu is er dus het in de titel niet direct van een grote bescheidenheid getuigende “Tasjan! Tasjan! Tasjan!” met de erg op werk van Tom Petty lijkende song “Up All Night” en het van een onweerstaanbaar fluitdeuntje voorziene “Computer Of Love”. Beide nummers werden intussen ook al als singles uitgebracht en kunt u op de bijgaande video’s beluisteren. Maar het is vooral de catchy openingstrack “Sunday Women” die ons meteen weet te bekoren. Geoefende muziekliefhebbers zullen ongetwijfeld ook de invloed van de Beatles-sound in zijn nummers opmerken, o.a. in het akoestische “Another Lonely Day” en bij “Now You Know” en “Dada Bois”. Het is ook duidelijk dat hij veel belang hecht aan het componeren van een vlot in het gehoor liggende melodie bij zijn liedjes, zoals we o.a. kunnen horen in enkele autobiografisch getinte nummers als “Don’t Overthink It”, “Feminine Walk” en de dromerige, wat psychedelische slotballad “Got What I Wanted”. Het album “Tasjan! Tasjan! Tasjan!” werd door Aaron Lee Tasjan zelf geproduceerd, samen met Gregory Lattimer die in de studio ook aan de opname- en mengtafel zat toen de plaat in Nashville werd opgenomen. Deze Aaron Lee Tasjan maakt songs en platen die er stuk voor stuk toe doen, veel meer dan de momenteel veelvuldig door computerprogramma’s samengestelde nummers zonder hart of ziel. Deze vijfde full-cd vinden wij dan wel niet zijn allerbeste, maar we kunnen alle elf tracks rustig na elkaar laten afspelen en er dan ook nog fijntjes bij genieten. Dat kunnen we jammer genoeg toch niet van vele andere hedendaagse platen zeggen. (valsam)
|
||||||||
|
||||||||